Btw

Omzetbelasting, beter bekend als btw, is een onderwerp dat al jarenlang voor discussie zorgt binnen de branche van bewindvoerders, mentoren, curatoren en inkomensbeheerders.

Een complex thema voor wettelijk vertegenwoordigers en inkomensbeheerders

Bewindvoerders, mentoren, curatoren en inkomensbeheerders, de groep professionals die zich inzet voor de belangen van kwetsbare mensen, hebben te maken met onduidelijkheid en wisselende regelgeving rondom de btw-plicht. Uitspraken en beleidsbesluiten van de afgelopen jaren hebben de kwestie verder aangescherpt, maar ook nieuwe vragen opgeroepen.

De btw-plicht: jarenlange onduidelijkheid

Voor bewindvoerders, mentoren, curatoren en inkomensbeheerders is btw een belangrijk thema, omdat het direct invloed heeft op hun financiële positie en de kosten voor hun cliënten. Al jarenlang heerst er onduidelijkheid over de vraag of hun dienstverlening btw-plichtig is. De uitspraak van de Hoge Raad op 14 april 2023 bracht hierin een keerpunt. De Hoge Raad bepaalde dat de bestaande btw-vrijstelling voor instellingen zonder winstoogmerk te ruim was geformuleerd en in strijd met de wet. Dit leidde tot consternatie: winstbeogende ondernemingen zouden 21% btw in rekening moeten brengen, wat de kosten voor cliënten aanzienlijk zou verhogen.

Als reactie hierop publiceerde de staatssecretaris van Financiën een beleidsbesluit, waarin werd vastgelegd dat dienstverlening gericht op beschermingsbewind, curatele, mentorschap en budgetbeheer vrijgesteld blijft van btw. Winstbeogende ondernemingen – te onderscheiden van winstgenererende – mogen deze vrijstelling toepassen, maar zijn hiertoe niet verplicht.

Dit woord ‘mogen’ zorgt echter voor verwarring. Brancheorganisaties, zoals Aegis, pleiten daarom voor een verplichte vrijstelling voor de hele sector, mits er compensatie komt voor het verlies aan vooraftrek van btw. Zonder deze compensatie dreigen financiële problemen voor veel kantoren, omdat zij btw op bijvoorbeeld kantoorkosten niet langer kunnen terugvorderen.

Stand van zaken

Hoewel er gehoopt werd dat de branche per 1 januari 2024 volledig btw-vrijgesteld zou zijn, is dit niet gerealiseerd. Winstbeogende ondernemingen moeten nog steeds btw in rekening brengen, tenzij zij kiezen voor de optionele vrijstelling. Deze keuze brengt echter een risico met zich mee: het verlies van het recht op vooraftrek kan kantoren in financiële nood brengen.

Op 22 oktober 2024 vond een overleg plaats met het ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit overleg leidde tot werkafspraken om de btw-kwestie en de beloning van professionals verder aan te pakken. Aegis blijft lobbyen om tot een structurele oplossing te komen.

Tijdlijn

  • Mei 2025

    Bespreking Kamerbrief CBM-sector verplaatst

    Vanwege een overvolle agenda heeft de Vaste Kamercommissie Justitie & Veiligheid deze week besloten om de voorgenomen bespreking op 24 april van de brief van het kabinet over de CBM-sector te verplaatsen. De bespreking is nu overgedragen aan de Vaste Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Op 22 mei staat bij deze commissie een debat over armoedebeleid op de agenda. De verwachting is dat de brief over de CBM-sector aan de bespreekpunten zal worden toegevoegd. Mogelijk zal voor dat agendapunt ook staatssecretaris Teun Struycken (Rechtsbescherming) worden uitgenodigd, die de eerstverantwoordelijke is voor de CBM-sector, naast staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie) die sowieso aan tafel zit. Aegis zal vanzelfsprekend verslag doen van het commissiedebat.

  • April 2025

    Twee voorstellen naar de Tweede Kamer

    Er komen twee voorstellen te liggen bij de Tweede Kamer. Het eerste voorstel bevat dat er vanaf 1 januari 2026 geen btw meer in rekening worden gebracht door de CBM-dienstverleners, maar ook kan er geen aftrek van btw meer plaatsvinden. Het tweede voorstel bevat dat de btw die vanaf 1 januari 2026 vrijgesteld wordt gedeeltelijk terug te laten vloeien naar de CBM-dienstverleners door de tarieven per 1 januari 2026 met 10,5% op te hogen. De ophoging van 10,5% is exclusief de reguliere indexatie en is een grote stap in de goede richting en geeft de organisaties meer financiële ruimte ten aanzien van de dossiers.”

  • Oktober 2024

    3

    Evaluatie voorstel quickfix met ministerie van Justitie en Veiligheid

    Dinsdag 22 oktober vond er een overleg plaats met het ministerie van Justitie en Veiligheid over de beloning in onze branche. Dit overleg vond plaats naar aanleiding van onze brief van 18 juli, waarin wij onder andere de btw-kwestie toelichtten. Tijdens het overleg zijn werkafspraken gemaakt voor de komende periode. Aegis blijft samen met de NVVK optrekken om tot een oplossing te komen voor het tijdtekort.

    Nu de werkzaamheden van curatoren, bewindvoerders en mentoren vrijgesteld worden van btw, ontstaat er voor velen een financieel nadeel, aangezien zij de btw eerder konden verrekenen. Hoewel de keuze voor deze vrijstelling inmiddels is gemaakt, moet de maatregel nog worden doorgevoerd. Dit zorgt voor onzekerheid over de daadwerkelijke impact. Tegelijkertijd biedt de vrijstelling ook financiële ruimte.

  • Augustus 2024

    4

    Indienen zienswijze internetconsultatie

    Brancheorganisaties NBBI en Horus (die sinds 1-1-2025 gefuseerd zijn en sindsdien Aegis heten) hebben hun zorgen geuit over de voorgestelde wijziging in de Fiscale Verzamelwet 2026 betreffende de btw-vrijstelling. Via een internetconsultatie hebben we uiteengezet welke problemen onze leden kunnen ondervinden; het verlies van btw-aftrek, verhoogde administratieve lasten en de noodzaak van compensatie voor btw op aanschafkosten van bedrijfsmiddelen. Ook stellen we oplossingen voor en verzoeken we om duidelijke richtlijnen en ondersteuning bij de implementatie van deze wijziging.

    In het verlengde van deze wijziging willen we eerdere gesprekken laten herleven, waarbij we onder meer willen spreken over het herbeleggen van de vrijgekomen 21% in onze tarieven, zodat er een btw-compensatie komt en er ook ruimte is voor een eerste compensatie in onze uren/tarieven.

  • Juli 2024

    5

    Kennisgeving internetconsultatie

    De afgelopen maanden spraken de brancheorganisaties met verschillende stakeholders over de mogelijke gevolgen van btw-jurisprudentie op de schuldhulpverlening (naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad in maart 2023). Op basis van de uitkomsten van de gesprekken werkten we aan een wetsvoorstel dat er – kort gezegd – voor gaat zorgen dat de btw-vrijstelling (verplicht) van toepassing is, ongeacht of de dienstverlener wel of geen winst beoogt.

    Dit wetsvoorstel is nu op internet ter consultatie aangeboden. De brancheorganisaties gaan hierop reageren.

  • Maart 2024

    6

    Verkenningsgesprek aanpassing wet omzetbelasting

    Het ministerie van Financiën, DG Fiscale Zaken, is bezig de mogelijke gevolgen van btw-jurisprudentie op de schuldhulpverlening te verkennen. Daarbij gaat het in het bijzonder om het arrest van de Hoge Raad dat aanleiding was voor het beleidsbesluit van afgelopen jaar.

    Kort gezegd wil het ministerie boven water krijgen of de schuldhulpverlening met een (verplichte) btw-vrijstelling gediend zou zijn. Daarvoor wil het in gesprek gaan met betrokken brancheorganisaties.

  • Oktober 2023

    7

    Voorstel herstructurering beloning

    De brancheorganisaties stellen in een quick-fix aan het ministerie voor om de btw op diensten gerelateerd aan beschermingsbewind, curatele, mentorschap en inkomensbeheer te schrappen en de hierdoor vrijkomende middelen aan te wenden als compensatie. In het quick-fix-document zetten we gedetailleerd uiteen hoe deze herstructurering tot stand kan komen, rekening houdend met de diverse financiële facetten en relevante wet- en regelgeving.

  • September 2023

    8

    Situatiebespreking met ministeries J&V en SZW

    We zien een verstorende werking op de markt ontstaan, waarbij kantoren (maar ook cliënten) niet meer weten wat ze in rekening moeten brengen/betalen. Ook zal bij een stijgend tarief beschermingsbewind voor de overgrote meerderheid (cliënten/gemeenten) onbetaalbaar worden. Door btw-vrijstelling te verlenen en daarbij een compensatiestelling in te voeren, blijft beschermingsbewind ook voor de komende jaren betaalbaar. Ons verzoek is om btw-vrijstelling per 1-1-2024 door te voeren.

  • April 2023

    9

    Beleidsbesluit Staatssecretaris van Financiën en uitspraak Hoge Raad

    Het Beleidsbesluit van de Staatssecretaris van Financiën bevat twee (buitenwettelijke) goedkeuringen. De eerste goedkeuring ziet op het winstoogmerk criterium, de tweede goedkeuring ziet op het verleden.
    Voor de vraag wat de huidige positie is van beschermingsbewindvoerders voor de omzetbelasting is de stand nu als volgt. De Hoge Raad (14 april 2023) geeft aan dat de dienst die door een beschermingsbewindvoerder wordt verricht is vrijgesteld van btw. Daarnaast geeft de Hoge Raad aan dat de bepaling omtrent het winstoogmerk in het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 onverbindend is.
    Met de eerste goedkeuring in het Beleidsbesluit geeft de staatssecretaris de mogelijkheid aan winstbeogende beschermingsbewindvoerders om de vrijstelling toch toe te passen (als zij dat willen). Winstbeogende bewindvoerders die btw-belast hun diensten willen leveren, kunnen dat blijven doen door de goedkeuring niet te gebruiken. Op grond van de wettelijke regeling zijn hun diensten belast met btw. Niet-winstbeogende bewindvoerders hebben geen keuze; hun diensten zijn vrijgesteld van btw. Afhankelijk van individuele omstandigheden kunnen de gevolgen voor het verleden verschillend zijn.

  • Oktober 2020

    10

    Schuldenbewindvoering volgens Hof Den Haag vrijgesteld van btw

    In een uitspraak van 8 oktober 2020 (Fida 20206840: Hof Den Haag 8 oktober 2020 BK-20/00452) oordeelt het Gerechtshof Den Haag dat de diensten van een schuldenbewindvoerder zijn vrijgesteld van de heffing van btw.

    Samenvatting: De activiteiten van bedrijf X bestonden uit bewindvoering. Zij was bij beschikking door de kantonrechter aangewezen als bewindvoerder en ontving voor haar werkzaamheden een vergoeding. De inspecteur was van mening dat de activiteiten van X niet onder de sociaal-culturele vrijstelling van artikel 11, lid 1, onderdeel f, Wet OB vielen en legde naheffingsaanslagen btw op.

    X ging in beroep. Rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van X ongegrond. X ging met succes in hoger beroep. Hof Den Haag stelde X in het gelijk. Volgens het Hof waren de werkzaamheden van X niet anders te kwalificeren dan als prestaties die waren te rangschikken onder de vrijstelling van artikel 11, lid 1, onderdeel f, Wet OB, zowel op grond van de tekst van de nationale bepalingen als op grond van de kennelijke bedoeling van de aan de nationale vrijstelling ten grondslag liggende richtlijnbepaling, die sprak van diensten die nauw samenhingen met maatschappelijk werk en met sociale zekerheid.

    De werkzaamheden van X die naar het karakter en de inhoud van sociale aard waren, waren volgens het Hof te kwalificeren als door een instelling als zodanig verrichte diensten van schuldhulpverlening. Volgens het Hof moesten de werkzaamheden, ook door de onderlinge verwevenheid, als een eenheid worden aangemerkt en vormden deze voor de heffing van btw zowel afzonderlijk als tezamen, gelet ook op aard, inhoud en samenhang, met maatschappelijk werk nauw samenhangende werkzaamheden. Het doorslaggevende element in het karakter van de werkzaamheden werd vooral gevormd door de opzet en de bedoeling van de op basis van de betrokken regelgeving uitgevoerde als schuldhulpverlening aan te merken activiteiten, te meer omdat de werkzaamheden waren gericht op het verlenen van hulp aan de betrokken personen bij het weer op de rit krijgen van het dagelijkse leven waar het de aanpak en de oplossing van problemen betrof in gevallen waarin het ging om voor de betrokkenen onoverkomelijke schuldproblemen en waar hulp zoals door X werd geboden onontbeerlijk was. Het Hof verklaarde het hoger beroep van X gegrond.

Toekomstperspectief

De vrijstelling van btw biedt ook kansen. Een bewind of mentorschap kost momenteel circa € 1.500 per jaar inclusief btw, en ongeveer € 1.250 exclusief btw. Dit verschil van € 250 zou geïnvesteerd kunnen worden in meer tijd voor cliënten, wat de kwaliteit van zorg en begeleiding ten goede komt.
Toch blijft er onzekerheid over de uiteindelijke invoering en de financiële impact. Professionals in de branche vragen om duidelijkheid en een verplichte vrijstelling, gekoppeld aan een compensatieregeling. Alleen zo kan de sector blijven doen wat zij het beste doet: kwetsbare mensen ondersteunen zonder onnodige financiële lasten.

Het ministerie overweegt momenteel om de vrijstelling als verplichting door te voeren per 1-1-2026.

Meer weten over dit onderwerp? Neem contact met ons op.

Overige thema’s

Hoe kunnen wij jou helpen?

Wil je lid worden van Aegis, heb je een vraag over de branche of wil je meer weten over wat Aegis doet? Neem contact met ons op.